English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bring up

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(breed; educate; raise; rear); ;
ekdiskuti pri
;
ekparoli pri
🔗 For Tam to bring it up now meant he had noticed, but he said nothing more about it
(fetch; fetch and carry; retrieve); ;
🔗 They have brought a ram.
(convey; supply; bring by vehicle)
;
envenigi
(send for; get; fetch)
🔗 Mazirian brought him close to earth.
(fetch; get; pick up)
(conduct; guide; lead; channel; wage; drive; show; usher);
🔗 Bring her to me.
(cause; get; make; have)
ertoe brengen
🔗 That might bring the US to focus once more on the myriad crises in the Middle East.
(cause; give rise to; provoke; result in; inflict; wreak); ; ; ; ;
ten gevolge hebben
; ;
🔗 Pounding on the door brought only a single shout from the mayor.

EnglishDutch
bring up aankaarten; aanlijnen; aansnijden; braken; doen voorkomen; grootbrengen; naar boven brengen; opbrengen; op het tapijt brengen; opkweken; opleiden; opvoeden; voor anker brengen; voorleiden; voortbrengen
bring aanbrengen; aandoen; aandragen; aanvoeren; brengen; ertoe brengen; halen; inbrengen; indienen; medebrengen; meebrengen; opbrengen; voeren