Synonyms: aanrichten, berokkenen, flikken, stichten, teweegbrengen, veroorzaken, ten gevolge hebben, bezorgen
Part of speech | verb |
---|
Hyphenation | zor·gen voor |
---|
Ook elders op Sicilië zorgde het extreme weer voor problemen.
De Russische raketten zorgden ook voor vrees bij buurland Moldavië.
Hevige wind, regen en sneeuw zorgden in het land voor grote problemen.
De regen kan voor gladheid op de weg zorgen.