Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord verschenen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afgelopen; laatstleden; verleden; vervlogen; voorbij; over; achter de rug) | ; ; ; | |
🔗 Ja, hij is verschenen maandag begonnen. | ||
(opdagen; te voorschijn komen; uitkomen; voor de dag komen; voor den dag komen) | ||
🔗 Nu verschenen er ook anderen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
verschijnen | ⇆ appear; ⇆ attend; ⇆ become due; ⇆ come; ⇆ come on the scene; ⇆ come out; ⇆ enter an appearance; ⇆ fall due; ⇆ make one’s appearance; ⇆ present itself; ⇆ present oneself; ⇆ put in an appearance; ⇆ turn up |