Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord no holds barred

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(obstruct; dam; exclude; block; stem);
(pub; barroom; tavern);
(barring; except for; subject to; without prejudice)
kun rezervo pri
(pub; public house)
(block; corner); ;
(buffet; counter)
(pole; rod; handle; shaft; staff; stake; stave; spar); ; ; ;
🔗 The bar has broken his bones.
riglofermi
(obstruction; barrier)
(barrier; fence); ;
(dam; boom; barrage)
(slab; tablet)
(tavern; inn);
(measure; measurement)
(bolt; fasten); ;
(bolt); ;
schuif
;
schuifslot
(prescription)
verjaring
(ray; strip; stripe; streak; band; swath)
(interfere);
(hindrance; deterrent; handicap; impediment; obstacle; obstruction)
;
(ban)
uitsluiting
(brick; piece; cake; ingot; pig; briquette)
(legal profession)
(outside of; except; apart from)
🔗 AEI was then forgotten by all bar a few.
(exclude; ostracize; rule out);
🔗 Giuliani was temporarily barred from practising law in New York State in 2021 for fighting the 2020 election results with “demonstrably false and misleading statements”, while a Washington DC bar association committee wants him disbarred entirely.
(continue; last)
daŭradi
;
scheepsruim
(hang onto; retain; keep; maintain; have); ; ;
🔗 He held it at arm’s length.
(comprise; contain);
🔗 It still held oil.
(contain; admit); ;
enteni
(halt; stop; end; obstruct; stem; stay; stall; arrest);
(cause; cause to take place; organize; provoke; stage)
🔗 And European Council president Donald Tusk will hold talks with Irish premier Leo Varadkar in Dublin.
(occupy; take; engage; fill; involve);
🔗 A successful strike southwards would make Russia’s defence of parts of Cherson it still holds untenable.
(deem; opine; think; feel; reckon; see; believe; find)
(pause);
(conduct)
🔗 In 2009, Saint Vincent and the Grenadines held a referendum.
(deliver)
🔗 You must hold in mind your importance.

EngelsNederlands
no holds barred alles is toegestaan
bar advocatuur; afsluiten; baar; balie; balk; bar; barrière; behalve; belemmering; beletten; bezetten; boom; buffet; draaiboom; exceptie; hindernis; kroeg; lat; maat; maatstreep; met een barrière sluiten; met een boom sluiten; reep; slagboom; sluitboom; sperboom; sperren; spijl; springlat; staaf; stang; streep; strepen; tap; tapkast; tralie; uitsluiten; verhinderen; versperren; weren; zandbank
hold aanhouden; achten; bekleden; bergen; beschouwen als; bevatten; bezitten; blijven duren; boeien; bolwerk; dichthouden; doorgaan; erop nahouden; eropna houden; gelden; greep; het uithouden; het volhouden; houden; houden voor; houdgreep; houvast; huldigen; in bezit hebben; in leen hebben; inhebben; inhouden; innemen; kunnen bevatten; opgaan; ruim; scheepsruim; steek houden; steunpunt; tegenhouden; toegedaan zijn; van kracht zijn; van oordeel zijn; vasthouden; vat; vieren; voeren; volgen; zich goed houden