Synoniemen: blokkeren, stremmen
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) zet vast | (ik) zette vast |
(jij) zet vast | (jij) zette vast |
(hij) zet vast | (hij) zette vast |
(wij) zetten vast | (wij) zetten vast |
(jullie) zetten vast | (jullie) zetten vast |
(gij) zet vast | (gij) zettet vast |
(zij) zetten vast | (zij) zetten vast |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) vastzette | (dat ik) vastzette |
(dat jij) vastzette | (dat jij) vastzette |
(dat hij) vastzette | (dat hij) vastzette |
(dat wij) vastzetten | (dat wij) vastzetten |
(dat jullie) vastzetten | (dat jullie) vastzetten |
(dat gij) vastzettet | (dat gij) vastzettet |
(dat zij) vastzetten | (dat zij) vastzetten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
zet vast | zet vast |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
vastzettend, vastzettende | (hebben) vastgezet |