Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vinden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Ik kon de foto niet vinden. | ||
(achten; geloven; menen; van mening zijn) | ; ; | |
🔗 Hij vindt zichzelf de beste jager van de stam. | ||
(aantreffen) | ||
🔗 11 andere lichamen werden gevonden in Novorossijsk en Gelendžik. | ||
🔗 Hoe vind je mijn taart? | ||
aftrek vinden (afzet vinden) | sell well | havi debiton |
afzet vinden (aftrek vinden) | sell well | havi debiton |
meet with approval | esti aplaŭdata | |
🔗 Dit voorstel vond bijval, en voordat heer Bommel de opstandige horde had kunnen vermanen, werd hij onder de voet gelopen. | ||
(eraan gaan; omkomen; óndergaan; sneven; te gronde gaan; vergaan; verongelukken; het leven laten; het leven verliezen) | ; lose one’s life | |
🔗 Bij eerdere overstromingen in Ligurië en Toscane vonden negen mensen de dood. | ||
ascertain ; ; take note ; ; | ||
🔗 Al eerder werden demonstranten schuldig bevonden aan „delicten” waar onder het huidige regime de doodstraf op staat, zoals „het voeren van een oorlog tegen God”. | ||
(goeddunken) | ; think fit | bontrovi |
(goeddunken) | ||
(instemmen met) | ; ; ; consent | |
(instemming) | ; ; ; assent ; consent | |
(terugvinden) | ||
(beleven; doormaken; ervaren; meemaken) | encounter ; | |
(aan de hand zijn; gebeuren; geschieden; omgaan; plaatsgrijpen; plaatshebben; zich afspelen; zich voltrekken) | ||
🔗 Wanneer en waar heeft dit plaatsgevonden? | ||
(hervinden) | ; | |
🔗 Ik moet hem tot elke prijs terugvinden! | ||
invent | ||
invent | ||
(uitvinding; ontdekking) | ; discovery | |
🔗 Maar helaas ontbreken mij de middelen om mijn vinding vorm te geven en daarom ben ik op zoek naar een geldschieter. |
Dutch | English |
---|---|
vinden | ⇆ come across; ⇆ come on; ⇆ contrive; ⇆ encounter; ⇆ feel; ⇆ find; ⇆ hit on; ⇆ hit upon; ⇆ hunt down; ⇆ hunt out; ⇆ hunt up; ⇆ lay hands on; ⇆ like; ⇆ meet; ⇆ meet with; ⇆ pick up; ⇆ receive; ⇆ strike; ⇆ think; ⇆ think of |
aftrek vinden | ⇆ sell well |
afzet vinden | ⇆ sell well |
bijval vinden | ⇆ meet with approval; ⇆ catch on |
dat zal zich wel vinden | ⇆ it is sure to come right |
de dood in de golven vinden | ⇆ find a watery grave |
de dood vinden | ⇆ meet one’s death |
er altijd voor te vinden zijn | ⇆ be always game for it |
er iets op vinden | ⇆ find a means |
er niet voor te vinden zijn | ⇆ not be found willing to do it; ⇆ not lend oneself to that sort of thing |
goede aftrek vinden | ⇆ meet with a large sale; ⇆ find a ready market; ⇆ sell well |
het goed met elkaar kunnen vinden | ⇆ hit it off together; ⇆ get on well together |
het goed vinden | ⇆ approve; ⇆ mind |
het met elkaar kunnen vinden | ⇆ rub along together |
het niet erg vinden | ⇆ not mind |
het niets vinden om | ⇆ think nothing of |
hoe vind je het? | ⇆ how does it strike you? |
ingang doen vinden | ⇆ put over; ⇆ sell |
vindt u? | ⇆ do you think so? |
wat vind je ervan? | ⇆ how does it strike you? |
zich vinden | ⇆ find oneself |
bevinden | ⇆ adjudge; ⇆ find |
goedvinden | ⇆ approval; ⇆ approve; ⇆ approve of; ⇆ pleasure; ⇆ think fit |
hervinden | ⇆ find again |
ondervinden | ⇆ encounter; ⇆ experience; ⇆ find; ⇆ know; ⇆ meet with; ⇆ taste |
plaatsvinden | ⇆ go on; ⇆ take place |
strandvond | ⇆ floatage; ⇆ wrecked goods; ⇆ wreck; ⇆ jetsam; ⇆ flotsam |
strandvonder | ⇆ receiver of wreck; ⇆ wreckmaster |
terugvinden | ⇆ find again; ⇆ recover; ⇆ retrieval; ⇆ retrieve; ⇆ find |
uitvinden | ⇆ invent; ⇆ find out |
vinding | ⇆ contrivance; ⇆ device; ⇆ invention; ⇆ discovery |
vindloon | ⇆ finder’s reward |
vindplaats | ⇆ find; ⇆ habitat; ⇆ place of finding; ⇆ place of discovery; ⇆ deposit |