Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verschijnen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(opdagen; te voorschijn komen; uitkomen; voor de dag komen; voor den dag komen) | ||
🔗 Nu verschenen er ook anderen. | ||
🔗 Het verschijnen van twee handen over de dakrand maakte een einde aan zijn bedenkingen. | ||
(blinken; prijken; stralen) | ||
🔗 De zon scheen toen hij op weg ging maar het was zo zwart als de nacht in de tunnel. | ||
(lichten) | ; gleam | |
🔗 De maan was al opgekomen en scheen op de open plek. | ||
(lijken) | ; | |
🔗 De westelijke weg schijnt de gemakkelijkste. | ||
verschijndag (vervaldag) | pay‐day ; account‐day | |
(verschijnsel) | ||
🔗 De verschijning zakte wat in terwijl zijn geroep verstomde. | ||
(air; uiterlijk; vóórkomen) | ||
🔗 Uw verschijning doet mijn ogen pijn. | ||
verschijnsel (verschijning) | ||
verschijnsel (fenomeen) | ||
verschijnsel (symptoom; teken) |
Dutch | English |
---|---|
verschijnen | ⇆ appear; ⇆ attend; ⇆ become due; ⇆ come; ⇆ come on the scene; ⇆ come out; ⇆ enter an appearance; ⇆ fall due; ⇆ make one’s appearance; ⇆ present itself; ⇆ present oneself; ⇆ put in an appearance; ⇆ turn up |
ten tonele verschijnen | ⇆ come upon the scene |
verschijnen voor | ⇆ go before; ⇆ attend before |
schijnen | ⇆ appear; ⇆ gleam; ⇆ seem; ⇆ shine |
verschijndag | ⇆ court date; ⇆ due date |
verschijning | ⇆ apparition; ⇆ appearance; ⇆ emergence; ⇆ ghost; ⇆ phantom; ⇆ presence; ⇆ vision; ⇆ publication; ⇆ figure |
verschijnsel | ⇆ appearance; ⇆ phenomenon; ⇆ symptom |