Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word verliezen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Hij rookte een sigaar en lachte vriendelijk, hoewel hij zwaar verloor. | ||
(kwijtraken; verbeuren) | ||
🔗 Verlies de sleutel nimmer! | ||
🔗 Mannen, we hebben een gevecht verloren, maar nog niet de oorlog! | ||
faint ; swoon ; | ||
🔗 Toen verloor hij het bewustzijn. | ||
(winterkaal; bladverliezend) | ||
(nadeel; schade) | ||
🔗 De top van de Duitse bank Hypo Real Estate (HRE) heeft 25 miljoen aan bonussen ontvangen over het jaar 2009, dat met een verlies van 2,2 miljard euro werd afgesloten. | ||
(vermissing) | ||
🔗 De verliezen waren, zoals nu bleek, licht geweest. |
Dutch | English |
---|---|
verliezen | ⇆ casualties; ⇆ drop; ⇆ forfeit; ⇆ lose; ⇆ shed |
erbij verliezen | ⇆ lose by it; ⇆ be a loser by it |
geen tijd te verliezen hebben | ⇆ have no time to spare |
het bewustzijn verliezen | ⇆ black out; ⇆ lose consciousness |
het evenwicht verliezen | ⇆ overbalance; ⇆ lose one’s balance |
iets uit het oog verliezen | ⇆ lose sight of something; ⇆ lose track of something |
je wint wat en je verliest wat | ⇆ what you lose on the swings, you gain on the roundabouts |
uit het oog verliezen | ⇆ lose sight of; ⇆ lose track of; ⇆ lose touch with |
zich verliezen | ⇆ lose oneself |
zijn geduld verliezen | ⇆ lose patience |
loofverliezend | ⇆ deciduous |
verlies | ⇆ bereavement; ⇆ casualty; ⇆ cost; ⇆ deprivation; ⇆ disadvantage; ⇆ forfeiture; ⇆ loss; ⇆ wastage; ⇆ waste; ⇆ losses |
verlieslijst | ⇆ casualty list; ⇆ list of casualties |
verliespost | ⇆ loss‐making product; ⇆ write‐off |
verliezer | ⇆ also‐ran; ⇆ loser |