Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word oorpijn
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(hengsel) | ||
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld. | ||
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel. | ||
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen. | ||
; | ||
🔗 Ik heb pijn aan m’n been. | ||
(den; denneboom; mastboom; pijnboom; greneboom) | ; | |
🔗 Het rode avondlicht glijdt over de hoge pijnen als ik een open plek bereik met buntgras en heide. |
Dutch | English |
---|---|
oorpijn | ⇆ ear‐ache |
oor | ⇆ ear; ⇆ handle; ⇆ lug; ⇆ lughole; ⇆ dog’s‐ear |
pijn | ⇆ ache; ⇆ aching; ⇆ anguish; ⇆ dolour; ⇆ pain; ⇆ pang; ⇆ pine; ⇆ pine‐tree |