Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongemakkelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ongerieflijk; ongeriefelijk)
uncomfortable
🔗 Hij wachtte niet tot het geland was, maar zo gauw hij durfde, sprong hij van zijn ongemakkelijke zitplaats af.
inconvenient
(licht; makkelijk; met gemak; vlot);
🔗 En jij hebt gemakkelijk praten.
(licht; makkelijk; vlot); ;
(geschikt);
(vlot)
senpene
(vlot)
effortless
senpena
🔗 Het leven van een heer is niet gemakkelijk.
(gerieflijk; comfortabel; geriefelijk; lui);

DutchEnglish
ongemakkelijk difficult; incommodious; not easily; not easy; uncomfortable; uneasy
zich ongemakkelijk voelen squirm; feel uncomfortable
gemakkelijk comfortable; comfy; convenient; easily; easy; facile; light; lightly; plummy; readily; ready; commodious; at one’s ease; with ease; conveniently; comfortably
ongemakkelijkheid incommodiousness