Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word hoofddoel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bestemming; doeleinde; doelstelling; oogmerk) | ; ; ; ; ; ; ; ; | |
🔗 Het doel is om uiteindelijk een wolf te fotograferen. | ||
(goal) | ||
(bedoeling; plan; toeleg) | ; ; | |
🔗 Zijn doel is aan de macht blijven. | ||
(doelwit) | ; | |
🔗 Toen kwam Kaa, recht op zijn doel af, vlug en begerig om te doden. | ||
🔗 Over vijf minuten gaan wij dit doel onder vuur nemen. | ||
(kop) | ||
🔗 De dokter schudde het hoofd. | ||
(rubriek) | heading | |
(opschrift) | superscription ; inscription | |
(aanvoerder; baas; chef; hoofdman; leider) | ; ; | |
🔗 Hoe lang is meneer Price al het hoofd van de bibliotheek? |
Dutch | English |
---|---|
hoofddoel | ⇆ main object; ⇆ principal aim |
doel | ⇆ aim; ⇆ bourn; ⇆ butt; ⇆ design; ⇆ end; ⇆ goal; ⇆ mark; ⇆ object; ⇆ objective; ⇆ purpose; ⇆ target; ⇆ destination; ⇆ turn |
hoofd | ⇆ chief; ⇆ chieftain; ⇆ crown; ⇆ don; ⇆ executive; ⇆ forewoman; ⇆ head; ⇆ heading; ⇆ headline; ⇆ master; ⇆ mistress; ⇆ noddle; ⇆ principal; ⇆ warden; ⇆ top; ⇆ loaf; ⇆ knob; ⇆ nut; ⇆ leader; ⇆ headlines |