English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word purpose

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(aim; goal; target; butt; end; intent; objective; destination; object); ;
🔗 Are these Negroes held here for this purpose?
infirmity of purpose
(indecision; irresolution)
on purpose
(deliberately; designedly; intentionally; wilfully; advisedly; by design)		;
purposeful

EnglishDutch
purpose⇆ bedoeling; ⇆ doel; ⇆ doeleinde; ⇆ doelwit; ⇆ oogmerk; ⇆ toeleg; ⇆ van plan zijn; ⇆ vastberadenheid; ⇆ voorhebben; ⇆ zich voornemen; ⇆ zich voorstellen
a novel with a purpose⇆ een tendensroman
final purpose⇆ einddoel; ⇆ eindoogmerk
for all practical purposes⇆ in de praktijk; ⇆ praktisch
for that purpose⇆ daarom; ⇆ daartoe; ⇆ daarvoor; ⇆ met dat doel; ⇆ te dien einde
for the purpose of⇆ met het doel om
for what purpose⇆ waarvoor
infirmity of purpose⇆ besluiteloosheid; ⇆ wilszwakte
it has served its purpose⇆ het heeft zijn dienst gedaan
it suits my purpose⇆ het komt in mijn kraam te pas; ⇆ het komt me goed uit
it will be to no purpose⇆ dat zal niets vermogen
of set purpose⇆ vastbesloten
on purpose⇆ expres; ⇆ met opzet; ⇆ uit moedwil; ⇆ voorbedachtelijk
sense of purpose⇆ vastberadenheid
serve no earthly purpose⇆ nergens toe dienen
serve no purpose⇆ nergens goed voor zijn; ⇆ nergens toe dienen
serve somebody’s purpose⇆ geschikt zijn voor iemands doel
serve the purpose⇆ aan het doel beantwoorden; ⇆ aan zijn doel beantwoorden
serve the purpose of⇆ dienst doen als
side purpose⇆ bijbedoeling
to all intents and purposes⇆ feitelijk; ⇆ in alle opzichten
to good purpose⇆ met succes
to little purpose⇆ met weinig succes
to no purpose⇆ tevergeefs; ⇆ vergeefs; ⇆ vruchteloos; ⇆ zonder resultaat
to the purpose⇆ doeltreffend; ⇆ ter zake; ⇆ ter zake dienend
multi‐purpose⇆ voor vele doeleinden geschikt
purposeful⇆ doelbewust; ⇆ doelgericht; ⇆ recht op het doel afgaand; ⇆ zinvol
purposeless⇆ doelloos
purposely⇆ met opzet; ⇆ opzettelijk
purposive⇆ doelbewust; ⇆ met een bepaalde bedoeling