Information über das Wort timmerman (Niederländisch → Esperanto: ĉarpentisto)

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈtɪmərmɑn/
Trennungtim·mer·man
Geschlechtmännlich
Mehrzahltimmerlieden, timmerlui

Gebrauchsbeispiele

Maar de timmerman wist op één beslissende vraag het antwoord niet.
Ben je timmerman geworden?
Je bent de beste timmerman van het dorp.
Zij was thuisgebleven—heel verstandig, vond ze achteraf—om een oogje te houden op de timmerlieden die bezig waren in het oude huis dat ze hadden gekocht en waar ze een kas voor haar geraniums gingen aanbouwen, een balkon van waaraf Cyrus naar vogels kon kijken en een erker die nét niet helemaal symmetrisch moest worden.

Übersetzungen

Afrikaanstimmerman
DeutschZimmermann; Zimmerer
Englischcarpenter
Esperantoĉarpentisto
Griechischμαραγκός
Norwegischsnekker
Papiamentokarpinté
Portugiesischcarpinteiro
SaterfriesischTimmermon
Schwedischsnickare
Sranantemreman
Suaheliseremala
Tagalogkarpintero; anluwage
Türkischdülger; marangoz
Ungarischács; asztalos