Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zwakkeling
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
nerd ; runt | ||
🔗 En niemand heeft me ooit een zwakkeling genoemd! | ||
🔗 Maar ik heb een zeer zwakke gezondheid. | ||
(licht; zwakjes) | weakly | malforte |
🔗 Deze hydriden zijn slecht oplosbaar in water en vormen daarmee slechts zwak zure oplossingen. | ||
(zacht) | ||
🔗 „Mijn carrière is heen”, vervolgde hij met zwakke stem. | ||
(licht) | faint ; ; feeble ; frail ; weedy | |
(netelig) | ticklish | tikla |
Nederlands | Engels |
---|---|
zwakkeling | ⇆ lame duck; ⇆ weakling |
zwak | ⇆ slight; ⇆ small; ⇆ crank; ⇆ cranky; ⇆ delicate; ⇆ dim; ⇆ effete; ⇆ failing; ⇆ faint; ⇆ faintly; ⇆ feckless; ⇆ feeble; ⇆ foible; ⇆ fondness; ⇆ fragile; ⇆ frail; ⇆ groggy; ⇆ infirm; ⇆ insubstantial; ⇆ low‐powered; ⇆ mild; ⇆ mildly; ⇆ partiality; ⇆ puny; ⇆ queasy; ⇆ rickety; ⇆ weak; ⇆ soft; ⇆ thin; ⇆ unsound; ⇆ valetudinarian; ⇆ wan; ⇆ weakly; ⇆ weakness; ⇆ wonky; ⇆ sappy; ⇆ scrannel; ⇆ shaky; ⇆ slender; ⇆ toneless; ⇆ uninspiring; ⇆ weedy |