Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord twintig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
a score of
🔗 Anders hadden ze het voor twintig gekregen.
twenty‐eight
twenty‐one
🔗 Dat is een moeilijk getal om te schrijven, wie maakt er eenentwintig van?
twenty‐nine
🔗 Met de taxi duurde de reis precies negenentwintig minuten.
🔗 Twee volle uren hielden zij vol.
🔗 Hij ging naar zijn stoel en stak de twintigste sigaret van die dag op.
(snees; stieg; stijg)
🔗 Van een afstand van ongeveer vijftig meter rende een twintigtal mannen op hen toe.
twenty‐four
🔗 Tien van de vierentwintig pijlen troffen het doel en de andere waren er zo weinig naast dat ook zij, gezien de afstand, als succesvolle schoten beschouwd konden worden.

NederlandsEngels
twintig a score of; twenty
eenentwintig twenty‐one
twee deuce; two; twain
twintiger vicenarian; person of twenty; person of twenty years
twintigjarig vicennial; of twenty years; twenty‐year‐old
twintigste twentieth; twentieth part
twintigtal score; twenty
twintigvoud multiple of twenty