Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord toonloos

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
obtuse
obtuza
(onbeklemtoond)
(klank)
🔗 Binnen in de kamer begon een man te spreken op zachte, boze toon.

NederlandsEngels
toonloos toneless; unaccented; unstressed
toon accent; key; note; pip; sound; tone; tune; strain; stress; pitch