Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord snoevend
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bluffen; ophakken; opscheppen; pochen; snorken; stoffen; zwetsen; grootspreken; opsnijden) | ; | |
🔗 Niet zo snoeven, man! |
Nederlands | Engels |
---|---|
snoevend | ⇆ blusterous |
snoeven | ⇆ bluster; ⇆ boast; ⇆ hector; ⇆ rodomontade; ⇆ swagger; ⇆ brag |