Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord samenkomend

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(samenscholen)
assemble
(samenlopen)
converge
(bijeenkomen; vergaderen)
assemble
; ; ;
convene
🔗 Maar laat ik u eerst vertellen waarom wij hier samengekomen zijn.

NederlandsEngels
samenkomend confluent
samenkomen assemble; centre; convene; flock; flock together; forgather; gather; meet; meet up; merge; rendez‐vous; get together