Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord leesvaardigheid
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
reading skill | ||
(aflezen) | ||
🔗 Lees je nooit kranten? | ||
(lezing) | ||
🔗 Het lezen heeft u ontmoedigd? | ||
(bedrevenheid; behendigheid; handigheid; vlugheid) | ||
🔗 „Geheel eerlijk gezegd”, zei Cugel angstig, „ben ik een groot deel van mijn vaardigheid inmiddels kwijtgeraakt. | ||
🔗 Dat is alles goed en wel, madame, maar uw vaardigheden zijn ook elders vereist. |
Nederlands | Engels |
---|---|
leesvaardigheid | ⇆ reading skill |
lezen | ⇆ cull; ⇆ lease; ⇆ peruse; ⇆ read; ⇆ reading; ⇆ glean; ⇆ gather |
vaardigheid | ⇆ art; ⇆ dexterity; ⇆ facility; ⇆ fluency; ⇆ nimbleness; ⇆ proficiency; ⇆ promptitude; ⇆ promptness; ⇆ sleight; ⇆ skill; ⇆ cleverness; ⇆ readiness |