Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord flambouw
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(fakkel; toorts) | ||
🔗 In een zaal waar flakkerende flambouwen brandden, sprak hij met de heer van de sterkte, maar een galmend geluid klonk maar steeds is zijn oren. |
Nederlands | Engels |
---|---|
flambouw | ⇆ flambeau; ⇆ torch |