Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord buurkind
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(buurman; nabuur) | ||
🔗 Ik heb de buren beloofd hun kat te eten te geven. | ||
; infant ; | ||
🔗 Heb ik je als kind te veel geslagen? | ||
(koter) | ||
🔗 Het huis en het omvangrijke fortuin dat mijn vader nagelaten moest hebben, waren mijn erfdeel, want ik was enig kind, net als hij. |
Nederlands | Engels |
---|---|
buurkind | ⇆ neighbour’s child |
buur | ⇆ borderer; ⇆ neighbour |
kind | ⇆ baby; ⇆ bairn; ⇆ chick; ⇆ child; ⇆ infant; ⇆ kid; ⇆ babe; ⇆ little one |