Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord broedseizoen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bebroeden; broeden op) | ; | |
🔗 Daar broedt altijd een roodborsttapuit. | ||
(jaargetij; jaargetijde) | ||
🔗 Ook in andere seizoenen is er genoeg te zien. |
Nederlands | Engels |
---|---|
broedseizoen | ⇆ breeding‐season |
broeden | ⇆ brood; ⇆ cover; ⇆ hatch; ⇆ incubate; ⇆ sit |
seizoen | ⇆ season |