Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord brandschoon
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
immaculate | purega | |
(fraai; knap; mooi; net) | ; ; ; fair | |
🔗 Het was een schone voorjaarsdag. | ||
(mooi; net; fraai) | ; | |
🔗 Wanneer een land zo schoon bezongen wordt, moet het wel prachtig zijn. | ||
🔗 En ik bad nog voor iets anders: een schoon huis. |
Nederlands | Engels |
---|---|
brandschoon | ⇆ innocent; ⇆ neat as a new pin; ⇆ spick‐and‐span; ⇆ spotless; ⇆ squeaky clean |
schoon | ⇆ although; ⇆ beauteous; ⇆ beautiful; ⇆ beautifully; ⇆ clean; ⇆ cleanly; ⇆ fair; ⇆ fine; ⇆ neat; ⇆ pure; ⇆ handsome; ⇆ though |