Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bijeenharken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aaneen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | ||
🔗 Ik vond hier meer personen bijeen dan ik reden had op dat uur van de dag te verwachten. | ||
(aanharken) | rake | rasti |
Nederlands | Engels |
---|---|
bijeenharken | ⇆ comb out; ⇆ rake up |
bijeen | ⇆ united; ⇆ together |
harken | ⇆ rake |