Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord bangmaken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(intimideren; verschrikken; vrees aanjagen) | ; ; | |
🔗 Je wilt mij bang maken hè? | ||
(angst aanjagen; bang maken; beangstigen; intimideren; verschrikken; vrees aanjagen) | ; ; ; ; ; startle ; ; | |
🔗 Ik laat me niet bangmaken door snoeverij. | ||
(bezorgd; ongerust) | ||
(angstig) | ; ; disquieting ; disturbing ; perturbing ; unsettling ; | |
(bevreesd) | ||
🔗 Waarom zijn ze gekomen als ze zo bang zijn? | ||
(beschroomd; schroomvallig; schuw; timide; vreesachtig; bangelijk) | ; ; ; timorous | |
(doen ontstaan; formeren; instellen; opleveren; opwekken; in het leven roepen) | ||
🔗 Ik maakte geen vuur. | ||
(uitvoeren; vervaardigen) | ; | |
🔗 Hoe wordt een bronzen beeld gemaakt? | ||
(doen; laten) | ||
🔗 Dat maakte dat hij zich iets beter voelde. | ||
(creëren; scheppen) | ||
🔗 Ook de andere schilderijen die hier hangen, zijn niet in Londen gemaakt. | ||
(herstellen; repareren; verstellen) | ; repair ; | |
(scheppen) | ; | |
(aanmaak; vervaardiging; doen) | making | |
🔗 Heer Bommel was in zijn gemakkelijke stoel gaan zitten om rustig over het maken van een atoombom te kunnen nadenken. | ||
(begaan; doen; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren) | ||
🔗 Ten eerste moeten wij een keus maken. | ||
(aanmaken) | ||
🔗 Je moet voor mij een robot maken. | ||
; | ||
🔗 We moeten van de nood een deugd maken. |
Nederlands | Engels |
---|---|
bang maken | ⇆ cow; ⇆ dastardize; ⇆ frighten; ⇆ intimidate; ⇆ make afraid; ⇆ psych out; ⇆ scare; ⇆ spook |
bang | ⇆ afraid; ⇆ anxious; ⇆ scary; ⇆ timid; ⇆ timorous; ⇆ fearful; ⇆ fearfully; ⇆ timorously; ⇆ timidly; ⇆ anxiously |
maken | ⇆ repair; ⇆ fix; ⇆ amount to; ⇆ build; ⇆ coin; ⇆ coinage; ⇆ compose; ⇆ confect; ⇆ confection; ⇆ constitute; ⇆ construct; ⇆ create; ⇆ do; ⇆ draw; ⇆ fabricate; ⇆ form; ⇆ get up; ⇆ give; ⇆ make; ⇆ making; ⇆ manufacture; ⇆ take; ⇆ mend; ⇆ offer; ⇆ pass off; ⇆ produce; ⇆ raise; ⇆ realize; ⇆ render; ⇆ score; ⇆ send; ⇆ shape; ⇆ tailor; ⇆ turn; ⇆ volunteer; ⇆ drive |