Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aanhankelijkheid
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(gehechtheid; verkleefdheid; verknochtheid) | attachment ; | |
(gehechtheid) | attachment ; | |
🔗 Ik breng u een glas wijn om u ook mijn aanhankelijkheid te tonen. | ||
(gehecht; toegenegen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
aanhankelijkheid | ⇆ adherence; ⇆ allegiance; ⇆ attachment |
aanhankelijk | ⇆ affectionate; ⇆ attached; ⇆ clinging; ⇆ clingy |