Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord unitest
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(join; assemble; combine; connect; join together) | ; | |
(couple; match; pair; mate) | parigi | |
(join; amalgamate; unify) |
Engels | Nederlands |
---|---|
unite | ⇆ aaneenvoegen; ⇆ bijeenvoegen; ⇆ liëren; ⇆ paren; ⇆ samentrekken; ⇆ samenvoegen; ⇆ verbinden; ⇆ verenigen; ⇆ zich aaneensluiten; ⇆ zich aansluiten; ⇆ zich verbinden; ⇆ zich verenigen |