Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord traffic police
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 The man who was killed was 23, police said. | ||
politie‐ ; ; | ||
traffic (circulation) | ; ; | |
traffic | ||
fikomerci | ||
traffic | zwendel ; zwendelarij |
Engels | Nederlands |
---|---|
traffic police | ⇆ verkeerspolitie |
police | ⇆ politie; ⇆ politieagent; ⇆ politieel; ⇆ politiewezen; ⇆ politie‐; ⇆ politioneel; ⇆ rijkswacht; ⇆ toezicht houden op; ⇆ van politie voorzien |
traffic | ⇆ gesjacher; ⇆ handel; ⇆ handel drijven; ⇆ handel drijven in; ⇆ handeldrijven; ⇆ koophandel; ⇆ sjachelen; ⇆ sjacheren; ⇆ verhandelen; ⇆ verkeer; ⇆ verkeersdrukte |