Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord told
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(command; order; dictate; direct) | ; | |
🔗 I am told to go away. | ||
(relate; narrate; recount) | ; | |
🔗 What you can tell them is all I know. | ||
(say) | ; | |
🔗 She was about to tell her so when Logain himself appeared, closing the door behind him. | ||
untold (priceless; inestimable; invaluable) | ; | netaksebla |
Engels | Nederlands |
---|---|
all told | ⇆ alles bij elkaar |
have one’s fortunes told | ⇆ zich laten waarzeggen |
I told you so! | ⇆ heb ik het niet gezegd?; ⇆ ik heb het je gezegd! |
tell | ⇆ aanpakken; ⇆ bevelen; ⇆ effect hebben; ⇆ gelasten; ⇆ herkennen; ⇆ indruk maken; ⇆ kennen; ⇆ klikken; ⇆ mededelen; ⇆ meedelen; ⇆ melden; ⇆ onderrichten; ⇆ onderscheiden; ⇆ onthullen; ⇆ overbrieven; ⇆ oververtellen; ⇆ pakken; ⇆ refereren; ⇆ uitwerking hebben; ⇆ verhalen; ⇆ verklikken; ⇆ vermelden; ⇆ vertellen; ⇆ verwittigen; ⇆ waarschuwen; ⇆ zeggen; ⇆ zien; ⇆ zijn invloed doen gelden |
twice‐told | ⇆ tweemaal verteld |
untold | ⇆ ongeteld; ⇆ onnoemelijk; ⇆ onverteld; ⇆ talloos; ⇆ zeer groot; ⇆ zeer veel |