Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord splits
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(dispersion; division; separation) | ||
; | ||
🔗 This begin to split in the Jurassic Period. | ||
(dispersion; divergence; divide; division; gap; separation) | ||
(cleave; rend) | ||
🔗 It seemed to Rand like years since there had not been firewood to split. | ||
(burst; crack) | ; ; ; | |
splitsing | ||
(crack; crevice; cleft; gap; fissure; chink) | ; | |
(cleave) | ; <kloven van een mineraal> |
Engels | Nederlands |
---|---|
splits | ⇆ spagaat |
split | ⇆ <een hoeveelheid drank van half de gebruikelijke hoeveelheid>; ⇆ aftaaien; ⇆ barsten; ⇆ bersten; ⇆ breuk; ⇆ delen; ⇆ gespleten; ⇆ gesplitst; ⇆ onenigheid; ⇆ samen delen; ⇆ scheur; ⇆ scheuren; ⇆ scheuring; ⇆ spleet; ⇆ splijten; ⇆ splitsen; ⇆ splitsing; ⇆ splitten; ⇆ spreidzit; ⇆ tweespalt; ⇆ uit elkaar gaan; ⇆ uiteengaan; ⇆ verdelen; ⇆ verklikken; ⇆ verraden; ⇆ zich splitsen; ⇆ ’m smeren |