Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord pry
Engels | Nederlands |
---|---|
pry | ⇆ breken; ⇆ gluren; ⇆ loskrijgen; ⇆ openbreken; ⇆ snuffelen; ⇆ zich met andermans zaken bemoeien |
Paul Pry | ⇆ nieuwsgierig Aagje; ⇆ nieuwsgierige bemoeial; ⇆ snuffelaar |
pry into | ⇆ nasnuffelen; ⇆ zijn neus steken in |
pry off | ⇆ lospeuteren |
pry upon | ⇆ begluren; ⇆ bespioneren |
prier | ⇆ snuffelaar |