Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord probability
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
probability (likelihood) | waarschijnlijkheid | |
waarschijnlijkheid | ||
🔗 In those with less than three of these symptoms the probability is 17%. | ||
(likely) | ||
Engels | Nederlands |
---|---|
probability | ⇆ waarschijnlijkheid |
calculation of probability | ⇆ kansberekening; ⇆ kansrekening |
calculus of probability | ⇆ waarschijnlijkheidsrekening |
hit probability | ⇆ trefkans |
in all probability | ⇆ naar alle waarschijnlijkheid |
theory of probabilities | ⇆ waarschijnlijkheidsrekening |
theory of probability | ⇆ kansberekening; ⇆ kansrekening; ⇆ waarschijnlijkheidsrekening |
there is no probability of his coming | ⇆ hoogstwaarschijnlijk komt hij niet |
improbability | ⇆ onwaarschijnlijkheid |
probable | ⇆ aannemelijk; ⇆ denkelijk; ⇆ vermoedelijk; ⇆ waarschijnlijk |