Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord overlook
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(leave out; omit; skip; miss) | ; ; ; ; | |
achteloos voorbijgaan aan ; geen aandacht schenken aan | ||
(neglect) | pretervidi | |
🔗 This separating layer may easily be overlooked. | ||
scenic overlook (viewing‐platform; belvedere; viewpoint) | ; uitkijktoren ; uitzichttoren | |
(appear; seem like; look like) | ; ; ; | |
(behold; here are; here is; here you are; now; lo and behold) | ; ; ; ; ; ; ; ziezo ; | |
(see) | ; | |
(gaze) | ; | |
(appearance; aspect; sight; view; countenance; guise; respect; looks) | ; ; ; ; | |
(appear; seem; act) | ||
(appearance; semblance) | ||
(expression; mien; air; appearance) | ; | |
(look at; behold; eye; view; watch) | ||
🔗 Look at your computer, | ||
(above; more than; north of; upwards of) | ; meer dan ; | |
🔗 No adverse effects were found in heavy coffee drinkers aged over 55. | ||
(above; beyond; up) | ; | |
(at; by; on; upon; to) | ||
(about; concerning; for; of; regarding; after; on; with; upon; in; as to; into; toward) | ; ; | |
🔗 On July 29, Michigan declared a state of emergency over Parchment’s water. | ||
(across; beyond; on the other side of; to the other side of; on this other side of) | ; | |
🔗 People cried out from every side, men and women shouting over one another. | ||
(last; past; passed) | ; ; ; | |
🔗 It’s over. | ||
(during; at; for; by) | ; | |
🔗 The rain also caused widespread travel disruption over the weekend. |
Engels | Nederlands |
---|---|
overlook | ⇆ door de vingers zien; ⇆ gadeslaan; ⇆ in het oog houden; ⇆ over het hoofd zien; ⇆ overzíén; ⇆ toezien op; ⇆ uitzicht hebben op; ⇆ uitzien op; ⇆ voorbijzien |
look | ⇆ aanblik; ⇆ aanzien; ⇆ air; ⇆ blik; ⇆ blikken; ⇆ eruit zien; ⇆ eruit zien als; ⇆ eruitzien; ⇆ gezicht; ⇆ kijken; ⇆ kijkje; ⇆ lijken; ⇆ mode; ⇆ ogen; ⇆ oogopslag; ⇆ uiterlijk; ⇆ uitzien op; ⇆ verraden; ⇆ vóórkomen; ⇆ zien; ⇆ zorgen |
over | ⇆ aangaande; ⇆ achter de rug; ⇆ afgelopen; ⇆ bij; ⇆ boven; ⇆ daarboven; ⇆ gedurende; ⇆ in de loop der; ⇆ in verband met; ⇆ inzake; ⇆ meer dan; ⇆ naar aanleiding van; ⇆ omver; ⇆ onder het genot van; ⇆ opnieuw; ⇆ over; ⇆ over … heen; ⇆ uit; ⇆ voorbij |