Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord it is a fight to the finish
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(strive; contend; battle) | ; ; | |
🔗 This is where we fight! | ||
; | ||
(combat; contend with; fight against; counter; run against; take on) | ||
(battle; scuffle; action; clash; combat; fray; engagement) | ; ; | |
(combat; battle) | ; vechten tegen | |
🔗 Her government has been fighting corruption allegations for a while. | ||
(be at loggerheads; tussle; fight one another) | ; met elkaar vechten ; | |
lukti kontraŭ | ||
vechten in | ||
🔗 First, the Russian leader has not only Prigožin to deal with but also thousands of soldiers who more than ever may be wondering just why they are fighting Putin’s war. | ||
celtuŝi | ||
elfini | ||
(work out; develop; elaborate; perfect) | ellabori | |
(finish off; finalize) | ; ; | |
(end; terminate; conclude; bring to an end; put the kibosh on; put an end to; have finished) | ; ; ; ; | |
finlabori | ||
(conclude; dispatch; expedite; settle) | ||
(prepare) | ; ; ; ; ; ; ; | |
🔗 I’ve finished it now. | ||
(come to an end; end; end up; expire; conclude; draw to a close; draw to an end) | ; ; | |
(end; termination; conclusion; ending) | ; | |
(end; ending; conclusion; termination) | ||
(complete; complement; consummate) |
Engels | Nederlands |
---|---|
it is a fight to the finish | ⇆ het gaat hard tegen hard |
fight | ⇆ bestrijden; ⇆ bestrijding; ⇆ bevechten; ⇆ gevecht; ⇆ kamp; ⇆ kampen; ⇆ knokken; ⇆ knokpartij; ⇆ laten vechten; ⇆ strijd; ⇆ strijden; ⇆ strijden tegen; ⇆ te velde trekken tegen; ⇆ treffen; ⇆ uitvechten; ⇆ vechten; ⇆ vechten in; ⇆ vechten met; ⇆ vechten tegen; ⇆ vechtpartij |
finish | ⇆ aantikken; ⇆ afbouwen; ⇆ afdoen; ⇆ aflopen; ⇆ afmaken; ⇆ afschrijven; ⇆ afwerken; ⇆ afwerking; ⇆ appreteren; ⇆ appretuur; ⇆ beëindigen; ⇆ de laatste hand leggen aan; ⇆ doden; ⇆ einde; ⇆ eindigen; ⇆ eindstreep; ⇆ finish; ⇆ finishen; ⇆ glans; ⇆ klaarkrijgen; ⇆ leegdrinken; ⇆ leegeten; ⇆ opdrinken; ⇆ opeten; ⇆ ophouden; ⇆ oproken; ⇆ slot; ⇆ uitdrinken; ⇆ uitlezen; ⇆ uitmaken; ⇆ uitroken; ⇆ uitscheiden; ⇆ uitscheiden met; ⇆ uitspreken; ⇆ vernis; ⇆ voleinden; ⇆ voleindigen; ⇆ voltooien |