Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord have a tooth out

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(have got)
🔗 Do you have your own furniture?
(receive; get; catch)
(hang onto; hold; retain; keep; maintain)
(cause; get; make; bring)
🔗 Have the prisoners come ashore.
🔗 She had no shoes on her feet.
🔗 She had long hair, but she wanted to cut it short.
(have got)
🔗 No, not all of them have English names.
🔗 We have powerful friends.
🔗 I have nothing against Islam or any faith for that matter.
🔗 What’s the matter with your tooth?
(indent)
van tanden voorzien
dentigi

EngelsNederlands
have a tooth out een tand laten trekken
have beetnemen; bezitten; drinken; gebruiken; hebben; houden; in het bezit zijn van; kennen; krijgen; laten; nemen; te pakken hebben
tooth kies; tand; tanden; uittanden