Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord gatheredst
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(amass; heap; pile up; stack; accumulate; collect; pile) | ; ; ; | |
(deduce) | ||
(assemble; raise) | ||
🔗 What he had gathered already would have to do, he decided. | ||
(induce; infer; conclude; find) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
gather | ⇆ afleiden; ⇆ bijeenbrengen; ⇆ bijeenzamelen; ⇆ bijeenzoeken; ⇆ bundelen; ⇆ inwinnen; ⇆ inzamelen; ⇆ lezen; ⇆ oogsten; ⇆ opdoen; ⇆ ophalen; ⇆ opmaken; ⇆ plooien; ⇆ plukken; ⇆ rapen; ⇆ rimpelen; ⇆ samenballen; ⇆ samenkomen; ⇆ samenscholen; ⇆ samentrekken; ⇆ vergaderen; ⇆ vergaren; ⇆ verzamelen; ⇆ zamelen; ⇆ zich samenpakken; ⇆ zich samentrekken; ⇆ zich verzamelen |