Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord finger‐joint

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(handle)
(feel; grope; touch);
joint
(articulation)
joint
(collective)
;
joint
(common; communal; concerted; generic; mutual; single)
;
joint
(collective)
opa
joint
joint
(seam; join; jointing)
;
voeg

EngelsNederlands
finger‐joint vingergewricht; vingerlid
finger bepotelen; betasten; bevoelen; met zijn vingers zitten aan; vinger; vingeren
joint ex aequo; gebouw; geleding; gelegenheid; gelid; gemeen; gemeenschappelijk; gewricht; gezamenlijk; houtverbinding; joint; kast; keet; kit; knoop; kroeg; las; lassen; lid; mede‐; naad; scharnier; stickie; stuk; tent; toko; verbinden; verbinding; verbonden; verdelen; verenigd; voeg; voegen