Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord extend one’s hand to
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 And that will result in extending the transition period. | ||
(renew) | pluvalidigi | |
(run; expand; range; reach; stretch; spread) | ||
(expansion; extension; spread; span; purview) | ||
(lay out; spread; spread out; spread‐eagle) | ; ; | |
(hand over) | ; ; ter hand stellen | |
(labourer; operative; worker; working man; workman) | ||
🔗 Scales laid a hand on his shoulder. | ||
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over) | ; ; ; ; | |
(veteran; ex‐serviceman) | ||
(indicator) |
Engels | Nederlands |
---|---|
extend one’s hand to | ⇆ de hand reiken aan |
extend | ⇆ doen toekomen; ⇆ dóórtrekken; ⇆ groter maken; ⇆ langer maken; ⇆ reiken; ⇆ rekken; ⇆ strekken; ⇆ te beurt doen vallen; ⇆ toesteken; ⇆ tot het uiterste belasten; ⇆ uitbouwen; ⇆ uitbreiden; ⇆ uitleggen; ⇆ uitrekken; ⇆ uitspannen; ⇆ uitsteken; ⇆ uitstrekken; ⇆ uitzetten; ⇆ verlenen; ⇆ verlengen; ⇆ zich uitbreiden; ⇆ zich uitstrekken; ⇆ zich uitzetten; ⇆ zich verspreiden |
hand | ⇆ aangeven; ⇆ aanreiken; ⇆ afgeven; ⇆ arbeider; ⇆ arbeidskracht; ⇆ geven; ⇆ hand; ⇆ handschrift; ⇆ handtekening; ⇆ handvol; ⇆ kaart; ⇆ kam; ⇆ man; ⇆ overhandigen; ⇆ overreiken; ⇆ poot; ⇆ spel; ⇆ speler; ⇆ ter hand stellen; ⇆ toereiken; ⇆ voorpoot; ⇆ wijzer |