Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord dog‐collar
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 He seized Rand’s collar, pulling him close enough to feel the heat of his father’s fever in his own cheek. | ||
(ferrule; fret) | ; ; | |
🔗 In the lead were five dogs, straining at their leashes, digging their paws into the sparsely grassed dirt, slipping now and then. | ||
(canine) | honde‐ ; honden‐ | |
(haunt) | ||
🔗 Then there is the corruption that experts say has dogged the Russian military for years. |
Engels | Nederlands |
---|---|
dog‐collar | ⇆ halsband; ⇆ hondehalsband; ⇆ hoog boord; ⇆ priesterboord |
collar | ⇆ aanpakken; ⇆ bij de kraag vatten; ⇆ boord; ⇆ boordje; ⇆ een halsband aandoen; ⇆ gareel; ⇆ grijpen; ⇆ haam; ⇆ halsband; ⇆ halsketen; ⇆ in het gareel slaan; ⇆ inpalmen; ⇆ kraag; ⇆ ordeketen; ⇆ ordeteken; ⇆ ring |
dog | ⇆ achtervolgen; ⇆ gedrocht; ⇆ hond; ⇆ kerel; ⇆ mannetje; ⇆ misbaksel; ⇆ monster; ⇆ op de hielen zitten; ⇆ op de voet volgen; ⇆ rekel; ⇆ rotzooi; ⇆ troep; ⇆ vervolgen; ⇆ zijn gangen nagaan |