Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord compass‐course
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
compass | ||
(range; reach) | ||
🔗 All this seems well within my compass. | ||
(race‐course; running track; track; race‐track; runway) | ; | |
(length; space; span; time; duration) | ; ; tijdsduur | |
(golf‐course) | ; | |
stage | ||
(track) | ||
(route; way; passage; pathway; road) | ||
🔗 This book offers a complete course in Latin for beginners. | ||
Engels | Nederlands |
---|---|
compass‐course | ⇆ kompaskoers |
compass | ⇆ begrijpen; ⇆ begrip; ⇆ beramen; ⇆ bereik; ⇆ bereiken; ⇆ bestek; ⇆ een omweg maken; ⇆ gebied; ⇆ grens; ⇆ insluiten; ⇆ kompas; ⇆ niet rechtstreeks op het doel afgaan; ⇆ omringen; ⇆ omtrek; ⇆ omvademen; ⇆ omvamen; ⇆ omvang; ⇆ omvatten; ⇆ omweg; ⇆ verkrijgen; ⇆ verwerven; ⇆ volvoeren |
course | ⇆ afdraven; ⇆ baan; ⇆ beloop; ⇆ colleges; ⇆ cursus; ⇆ gang; ⇆ gedragslijn; ⇆ gerecht; ⇆ handelwijze; ⇆ jagen; ⇆ koers; ⇆ kuur; ⇆ laag; ⇆ leergang; ⇆ loop; ⇆ lopen; ⇆ najagen; ⇆ nalopen; ⇆ opeenvolging; ⇆ parcours; ⇆ reeks; ⇆ renbaan; ⇆ rij; ⇆ stromen; ⇆ vaart; ⇆ verloop; ⇆ wedloop; ⇆ weg |