Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord bear in mind
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
in gedachten houden | memorkonservi | |
🔗 I will bear this in mind. | ||
(give birth to; farrow; beget; give birth) | ; | |
🔗 The moment I laid eyes on her, I knew she was the girl who should bear my sons. | ||
(produce; yield) | ||
(endure; put up with; suffer; sustain; ail) | ; | |
🔗 I can’t bear to watch. | ||
🔗 Local police said the bear attacked three men, one of whom was seriously injured, and a woman in her 80s, according to NHK. | ||
(carry) | ; | |
🔗 Also she had observed that some of the horses bore riders. | ||
(endure; cope; stand; withstand; make it through) | ; ; ; | |
🔗 He was not sure he could carry Tam as far as the village even if his father could bear to be carried. | ||
(ursine) | bere‐ ; beren‐ | ursa |
(endure; put up with; tolerate; abide; brook; condone; stand; stomach) | ; ; ; | |
🔗 Your protests, though of superficial plausibility, will not bear serious examination. | ||
; | ||
🔗 He could not bear any more sympathy, any more attempts to boost his spirits. | ||
(carry) | ||
🔗 He bore her up the stone stairs. | ||
(intellect) | ; | |
; | ||
🔗 They exist only in your mind. | ||
(observe; comply; mark; respect; watch; abide by) | ; ; ; ; ; ; | |
(pay attention; pay attention to; heed; watch out; be attentive; be attentive to; take notice of) | ; ; ; passen op | |
(take offence; pout; sulk) | ; gekwetst worden ; zich beledigd voelen | ofendiĝi |
(spirit; genie) |
Engels | Nederlands |
---|---|
bear in mind | ⇆ bedenken; ⇆ denken aan; ⇆ eraan blijven denken; ⇆ niet vergeten; ⇆ onthouden |
bear | ⇆ aanwenden; ⇆ afbuigen; ⇆ baissier; ⇆ baren; ⇆ beer; ⇆ behalen; ⇆ bevatten; ⇆ bullebak; ⇆ contramineur; ⇆ doen dalen; ⇆ doen gelden; ⇆ dragen; ⇆ dulden; ⇆ gaan; ⇆ gelijden; ⇆ hebben; ⇆ inhouden; ⇆ liggen; ⇆ lijden; ⇆ lopen; ⇆ schenken; ⇆ toedragen; ⇆ toelaten; ⇆ torsen; ⇆ uithouden; ⇆ uitoefenen; ⇆ uitstaan; ⇆ verdragen; ⇆ verduren; ⇆ voeren; ⇆ voortbrengen; ⇆ zich uitstrekken; ⇆ à la baisse speculeren |
mind | ⇆ acht slaan op; ⇆ bedenken; ⇆ bezwaar hebben; ⇆ bezwaar hebben tegen; ⇆ brein; ⇆ denken om; ⇆ er bezwaar tegen hebben; ⇆ er iets op tegen hebben; ⇆ er wat om geven; ⇆ gedachten; ⇆ geest; ⇆ gemoed; ⇆ geven om; ⇆ gevoelen; ⇆ gezindheid; ⇆ het erg vinden; ⇆ het goed vinden; ⇆ let wel; ⇆ letten op; ⇆ lust; ⇆ mening; ⇆ neiging; ⇆ op zijn tellen passen; ⇆ opinie; ⇆ oppassen; ⇆ passen op; ⇆ trek; ⇆ verstand; ⇆ zich herinneren; ⇆ zich het aantrekken; ⇆ zich in acht nemen; ⇆ zich storen aan; ⇆ zin; ⇆ zorgen voor |