English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word trench‐coat

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(overcoat; greatcoat)
van een laagje voorzien
provizi per tavoleto
(cover; overlay; lag; plate; protect; face; back; invest)
tegi
(fur; hide; skin; pelt); ; ;
🔗 Their coats were thick and curly, but it was still too cold for shearing.
🔗 Over the following month, there was a stalemate as Russian forces attempting to take Mykolajiv were held back in their trenches by fierce Ukrainian resistance.

EnglishDutch
trench‐coat trenchcoat
coat aanstrijken; bedekken; bedekking; bekleden; bekleding; doorroken; huid; jas; laag; mantel; oogvlies; pels; schil; vacht; vel; vlies; wapen
trench diep omspitten; doorsníjden; graven; graven in; greppel; groef; groeven; loopgraaf; sloot; snijden; verschansen