English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word thoroughbred
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(keep; raise; rear; farm) | ||
(bring up; educate; raise; rear) | ; ; ; | |
(race; stock; strain) | ||
thorough (complete; full; integral; plenary) | ||
thorough (entire; overall; whole; integral; global; outright) |
English | Dutch |
---|---|
thoroughbred | ⇆ rasecht; ⇆ raspaard; ⇆ raszuiver; ⇆ van zuiver ras; ⇆ volbloed; ⇆ welopgevoed |
breed | ⇆ aanfokken; ⇆ baren; ⇆ fokken; ⇆ grootbrengen; ⇆ jongen; ⇆ kweken; ⇆ opfokken; ⇆ opkweken; ⇆ opleiden; ⇆ opvoeden; ⇆ ras; ⇆ soort; ⇆ telen; ⇆ veroorzaken; ⇆ verwekken; ⇆ voortbrengen; ⇆ zich voortplanten |
thorough | ⇆ degelijk; ⇆ diepgravend; ⇆ doortastend; ⇆ doortrapt; ⇆ echt; ⇆ flink; ⇆ gedegen; ⇆ grondig; ⇆ ingrijpend; ⇆ volkomen; ⇆ volledig; ⇆ volmaakt |