English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word supposition

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
supposition
(assumption; presumption)
; ;
presupposition
(presumption)
vooronderstelling
(guess; presume; surmise; assume; deem; think; take it); ; ; ; ;
🔗 Suppose that a ≥ 0.

EnglishDutch
supposition onderstelling; vermoeden; veronderstelling
except upon the supposition that tenzij we aannemen dat
in the supposition that in de veronderstelling dat; van de veronderstelling uitgaand dat
on the supposition that in de veronderstelling dat; van de veronderstelling uitgaand dat
presupposition vooronderstelling
suppose aannemen; denken; geloven; menen; onderstellen; stellen; vermoeden; veronderstel dat; veronderstellen
suppositious onécht