English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word sports shop
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(boutique) | ||
; | ||
(mart) | ||
(variant; variable) | ; variabele ; variant |
English | Dutch |
---|---|
sports shop | ⇆ sportwinkel; ⇆ sportzaak |
shop | ⇆ atelier; ⇆ boodschappen doen; ⇆ toko; ⇆ verlinken; ⇆ werkplaats; ⇆ winkel; ⇆ winkelen |
sport | ⇆ dartelen; ⇆ eropna houden; ⇆ geuren met; ⇆ jacht; ⇆ pronken met; ⇆ scherts; ⇆ schertsen; ⇆ speelbal; ⇆ spel; ⇆ spelen; ⇆ speling; ⇆ sport; ⇆ sporten; ⇆ sportieve kerel; ⇆ sportieve meid; ⇆ tak van sport; ⇆ tentoonspreiden; ⇆ tentoonstellen; ⇆ tijdverdrijf; ⇆ vermaak; ⇆ zich ontspannen; ⇆ zich uitdossen in; ⇆ zich uitdossen met; ⇆ zich verlustigen |
sports | ⇆ sport; ⇆ sportwedstrijden |