English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word slip‐knot
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
nodi | ||
(pompom; bow) | ||
(bump; knob; protuberance; lump; gnarl) | ||
(red knot) | ; | |
(skid) | ; | |
(glide; slide) | ; ; ; | |
🔗 The mermaids slipped from the rocks and disappeared. | ||
(filing‐card; card; index card) | ; ; | |
(underslip) | ||
(slide) | uitglijden | |
(landslide; landslip) | ; | |
(petticoat; underskirt) | ||
English | Dutch |
---|---|
slip‐knot | ⇆ schuifknoop |
knot | ⇆ band; ⇆ complicatie; ⇆ dot; ⇆ groepje; ⇆ in de knoop raken; ⇆ kanoet; ⇆ kanoetstrandloper; ⇆ kluitje; ⇆ knobbel; ⇆ knoedel; ⇆ knoest; ⇆ knoop; ⇆ knopen; ⇆ knopen vormen; ⇆ knot; ⇆ kwast; ⇆ moeilijkheid; ⇆ strik; ⇆ strikje; ⇆ verbinden; ⇆ verwikkelen |
slip | ⇆ aardverschuiving; ⇆ abuis; ⇆ drukproefstrook; ⇆ fluwijn; ⇆ glibberen; ⇆ glijden; ⇆ glippen; ⇆ heimelijk toestoppen; ⇆ helling; ⇆ honderiem; ⇆ koppelband; ⇆ kussensloop; ⇆ landverschuiving; ⇆ laten glijden; ⇆ laten glippen; ⇆ laten schieten; ⇆ laten vallen; ⇆ loslaten; ⇆ losschieten; ⇆ misgreep; ⇆ misstap; ⇆ onderjurk; ⇆ onderrok; ⇆ onderuitgaan; ⇆ ontglippen; ⇆ proefstrook; ⇆ scheepshelling; ⇆ schuiven; ⇆ slibberen; ⇆ slippen; ⇆ sloop; ⇆ sluipen; ⇆ stek; ⇆ stekken; ⇆ strook; ⇆ strook papier; ⇆ uitglijden; ⇆ uitglijder; ⇆ uitglijding; ⇆ uitschieten; ⇆ vergissing; ⇆ verspreking; ⇆ wegsluipen; ⇆ zich laten glijden |