English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word slam one’s brakes

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(stem)
(bracken; common bracken; eagle fern)
(copse; coppice; shrubs; bushes; brushwood; scrub; underwood; undergrowth; underbrush);
(bang)
klakfermi
slam
(rebuke; reproach; reprove; scold; censure; condemn; decry; belittle)
; ; ; ; ; ;
(bang);
slam

EnglishDutch
slam one’s brakes op de rem gaan staan
brake adelaarsvaren; afrijbrik; braak; braambos; braken; kluitenbreker; kneedmachine; kreupelbos; kreupelhout; rem; remmen; rempedaal; remtoestel; remwagen; varen; varenkruid; vlasbraak
slam bons; dichtgooien; dichtklappen; dichtkwakken; dichtslaan; hard dichtslaan; harde slag; kwakken; slaan; slem; smijten; sterk bekritiseren; toegooien; toeslaan; toesmijten; toewerpen