English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word single‐minded
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(intellect) | ; | |
; | ||
🔗 They exist only in your mind. | ||
(observe; comply; mark; respect; watch; abide by) | ; ; ; ; ; ; | |
(pay attention; pay attention to; heed; watch out; be attentive; be attentive to; take notice of) | ; ; ; passen op | |
(take offence; pout; sulk) | ; gekwetst worden ; zich beledigd voelen | ofendiĝi |
(spirit; genie) | ||
(unmarried) | ||
(single man; unattached man) | ||
unuobla | ||
(independent; individual; separate) | ; | |
(living alone) | solvivanta | |
(diskette) | schijfje | |
(unmarried) | ||
(common; joint; communal; concerted; generic; mutual) | ; | |
(unmarried) | senedza | |
(unmarried) | senedzina | |
(alone; only; sole; solitary; lone; unaccompanied) | ||
🔗 I have only a single life. | ||
(mere; solitary; bare; only) | ; | |
🔗 If you could bring an army here, why do you come now with this single shipload of Danish pirates? |
English | Dutch |
---|---|
single‐minded | ⇆ recht op zijn doel afgaand |
mind | ⇆ acht slaan op; ⇆ bedenken; ⇆ bezwaar hebben; ⇆ bezwaar hebben tegen; ⇆ brein; ⇆ denken om; ⇆ er bezwaar tegen hebben; ⇆ er iets op tegen hebben; ⇆ er wat om geven; ⇆ gedachten; ⇆ geest; ⇆ gemoed; ⇆ geven om; ⇆ gevoelen; ⇆ gezindheid; ⇆ het erg vinden; ⇆ het goed vinden; ⇆ let wel; ⇆ letten op; ⇆ lust; ⇆ mening; ⇆ neiging; ⇆ op zijn tellen passen; ⇆ opinie; ⇆ oppassen; ⇆ passen op; ⇆ trek; ⇆ verstand; ⇆ zich herinneren; ⇆ zich het aantrekken; ⇆ zich in acht nemen; ⇆ zich storen aan; ⇆ zin; ⇆ zorgen voor |
single | ⇆ afzonderlijk; ⇆ alleen; ⇆ alleenstaand; ⇆ alleenstaande; ⇆ eenmalig; ⇆ eenpersoons‐; ⇆ eenvoudig; ⇆ enig; ⇆ enkel; ⇆ enkele reis; ⇆ enkelspel; ⇆ enkeltje; ⇆ ongetrouwd; ⇆ single; ⇆ vrijgezel; ⇆ vrijgezellen‐ |
single‐mindedness | ⇆ doelbewustheid; ⇆ het nastreven van één doel |