English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word raise a hue and cry

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
cry (shout; call)	kreet ; roep ; schreeuw	krio
🔗 Dorothy looked, and gave a little cry of fright.
cry (weep)	huilen ; krijten ; schreien	plori
cry (howl; yell; bawl; yowl)	huilen	hurli
cry (howl; yell; yowl)	kreet	hurlo
cry (cry out; scream; call out)	schreeuwen	krii
cry (shed tears; weep)	huilen	larmi
cry (call; shout)	roepen	krii
🔗 “What said he?” cried king Casmir.
hue (dye)	tint	kolornuanco
hue (nuance; shade; tint; slant)	schakering	nuanco
raise (breed; keep; rear; farm)	fokken	bredi
raise (breed; bring up; educate; rear)	grootbrengen ; kweken ; opvoeden	eduki
raise (lever; lift; elevate; heave; hoist; heave up)	heffen ; ophalen ; opheffen ; opsteken ; optillen ; tillen ; lichten	levi
🔗 According to German authorities, in several towns across the country including Mainz, Braunschweig and Heilbronn, Israeli flags raised in solidarity with the country were torn down and destroyed, sometimes in just a few hours.
raise (cultivate; grow; force)	in kassen kweken	forci
raise (gather; assemble)	verzamelen	kolekti
raise (grow; increase)	doen groeien ; laten groeien	kreskigi
raise	opduikelen	malmergi
raise (increase; augment; heighten; amplify)	opvoeren	pliigi
🔗 In fact, support for the war, and pushing to raise the defence budget, is one of the things Johnson and Truss have to be proud of.
raise (erect; establish; institute; pitch; set; stand; set up; set down)	oprichten ; opslaan	starigi
raise	opsteken ; heffen ; opheffen ; optillen	levi
🔗 She raised her hand and pointed.
raise (pay‐rise; wage rise)	loonsverhoging ; salarisverhoging	salajroplialtigo
raise	innen ; collecteren ; binnenhalen	kolekti
🔗 In February, the government passed a supplementary bill that lifted the goods and services tax to 18 percent from 17 percent to help raise 170 billion rupees ($ 639 million) in extra revenue for this fiscal year, which ends in July.

English	Dutch
raise a hue and cry	⇆ luid protesteren; ⇆ schande roepen; ⇆ tekeergaan
cry	⇆ blaffen; ⇆ geblaf; ⇆ gebruk; ⇆ gehuil; ⇆ gejank; ⇆ geroep; ⇆ geschreeuw; ⇆ grienen; ⇆ huilbui; ⇆ huilen; ⇆ janken; ⇆ kreet; ⇆ krijs; ⇆ krijten; ⇆ omroepen; ⇆ roep; ⇆ roepen; ⇆ schreeuw; ⇆ schreeuwen; ⇆ schreien; ⇆ simmen; ⇆ simpen; ⇆ uitroep; ⇆ uitroepen
hue	⇆ kleur; ⇆ kleurschakering; ⇆ schakering; ⇆ tint
raise	⇆ aan de oppervlakte brengen; ⇆ aanheffen; ⇆ aantrekken; ⇆ aanvoeren; ⇆ bevorderen; ⇆ bijeenbrengen; ⇆ bouwen; ⇆ contact krijgen met; ⇆ doen opstaan; ⇆ doen rijzen; ⇆ doen verrijzen; ⇆ fokken; ⇆ grootbrengen; ⇆ heffen; ⇆ inbrengen; ⇆ kweken; ⇆ lichten; ⇆ loonsverhoging; ⇆ maken; ⇆ op de been brengen; ⇆ opbreken; ⇆ ophalen; ⇆ opheffen; ⇆ ophogen; ⇆ opjagen; ⇆ opperen; ⇆ oprichten; ⇆ oproepen; ⇆ opslaan; ⇆ opslag; ⇆ opsteken; ⇆ optillen; ⇆ optrekken; ⇆ opvoeden; ⇆ opvoeren; ⇆ opwekken; ⇆ opwerpen; ⇆ planten; ⇆ salarisverhoging; ⇆ stichten; ⇆ stoken; ⇆ telen; ⇆ ter sprake brengen; ⇆ tillen; ⇆ uit zijn bed halen; ⇆ verbouwen; ⇆ verheffen; ⇆ verhogen; ⇆ verhoging; ⇆ verwekken; ⇆ wekken; ⇆ werven