English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word mourning

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
mourning (grief)	rouw	funebro
🔗 Greek prime minister Aléxis Tsípras on Tuesday declared three days of mourning and urged people to focus on fighting the fires and helping the victims.
mourning (mournful; funeral; funereal; lugubrious)	rouw‐	funebra
be in mourning	in de rouw zijn	porti funebron
mourn	rouwen	funebri

English	Dutch
mourning	⇆ droefheid; ⇆ getreur; ⇆ rouw; ⇆ rouwgewaad; ⇆ rouwperiode; ⇆ treurigheid
be in mourning	⇆ in de rouw zijn; ⇆ rouwen
go into mourning	⇆ in de rouw gaan
go out of mourning	⇆ uit de rouw gaan
in mourning	⇆ in de rouw
mourning garb	⇆ rouwgewaad
out of mourning	⇆ uit de rouw
suit of mourning	⇆ rouwkostuum
deep‐mourning	⇆ zware rouw
half‐mourning	⇆ lichte rouw
mourn	⇆ betreuren; ⇆ bewenen; ⇆ rouw dragen; ⇆ rouwen; ⇆ treuren
mourning‐band	⇆ rouwband
mourning‐border	⇆ rouwrand
mourning‐clothes	⇆ rouwkleren
mourning‐coach	⇆ rouwkoets; ⇆ volgkoets; ⇆ volgrijtuig
mourning‐dress	⇆ rouwkleed; ⇆ treurkleed
mourning‐suit	⇆ rouwkostuum